Ik mocht vandaag een moeder en haar zoontje naar onze poli brengen voor een kennismakingsgesprek met de psycholoog en de psychiater. Ze wonen samen in een huisje op het platteland. Voorbij het laatste dorp en dan links het veld in. Moeder heeft geen eigen vervoer. Er is een hoop gebeurt in het gezin dus een gesprek is nodig. En ik ben blij dat ik - in deze tijden van bezuinigingen - toestemming heb gekregen om dit te mogen doen.
Voor de jongen is het feestdag! Niet naar school! Hij staat al voor het raam te dansen als ik aan kom rijden. Ik zit amper in de kamer of hij rent naar boven om zijn auto op te halen. Hij had toch beloofd dat hij mij die zou laten zien? Dat weet ik toch nog? Natuurlijk weet ik dat nog. Ik bewonder zijn auto, kijk mee met zijn lievelingsserie op tv, ik " trap " in het grapje dat hij verteld over zijn moeders horloge en ' ja graag, ik lust wel een kopje koffie.' Ik ben vijf minuten binnen. Voor een buitenstaander kan een ADHD-er best gezellig zijn.
Moeder is stil in de auto. Ze heeft slecht geslapen. Ze heeft het niet zo op nieuwe gezichten en de gebeurtenissen van de afgelopen tijd spookten vannacht door haar hoofd.
De jongen compenseert iedere stilte die valt. ' Kijk ik wel naar homevideo's? Had hij al verteld dat Bram zijn vriend is en Jeffrey stom?! Gisteren hebben ze pizza gegeten. En als het weer weekend is mag Patrick misschien komen logeren. Weet ik wel dat daar achter die bosjes een ijsbaan is? En he kijk eens! Een lesauto!
Hoe dichter we bij de stad komen hoe meer ik mijn best moet doen om niet heel hard te lachen. Er is zoveel te zien dat hij de eerste opmerking afmaakt met de tweede. Vooral stoplichten zijn een hoogtepunt. ' Die hebben we niet bij ons! ' Gewoon zitten op de achterbank lukt niet meer. Het is meer een soort van hippen geworden. Na 5 stoplichten, die gelukkig allemaal op rood staan, zijn we er.
Moeder wil wel even een sigaretje roken maar de jongen wil mee de parkeergarage in.
En op de knop van de automatische deur drukken.
En met de lift.
En door de draaideur.
Op de poli lijkt het wel of mijn drukke ADHD-er op de stoep is achtergebleven. Er is een jochie voor teruggekomen met een bleek koppie in een veel te grote jas. Hij vermijdt al het oogcontact. Bij elke vraag kijkt hij even naar moeder. ' de Mevrouwen ' moeten alle zeilen bij zetten om een gesprekje met hem te voeren. ' Weet niet' is een populair antwoord. Als de voormalig kletsmajoor wel antwoord geeft is het kort. ' Wat vind je leuk om te doen? Oh alles. Wat vind je lekker om te eten? Kip. Hoe gaat het op school? Goed. ' Gelukkig beschikken ' de Mevrouwen ' over allerlei gesprekstechnieken.
' Stel je juf geeft je vandaag je rapport mee naar huis. Hoe zou die er dan uit zien? ' De jongen kijkt weer even naar zijn moeder. Je ziet hem twijfelen. Dan gaat hij wat rechter in zijn jas zitten en antwoordt: ' Ik geloof.... wit! '
Voor de jongen is het feestdag! Niet naar school! Hij staat al voor het raam te dansen als ik aan kom rijden. Ik zit amper in de kamer of hij rent naar boven om zijn auto op te halen. Hij had toch beloofd dat hij mij die zou laten zien? Dat weet ik toch nog? Natuurlijk weet ik dat nog. Ik bewonder zijn auto, kijk mee met zijn lievelingsserie op tv, ik " trap " in het grapje dat hij verteld over zijn moeders horloge en ' ja graag, ik lust wel een kopje koffie.' Ik ben vijf minuten binnen. Voor een buitenstaander kan een ADHD-er best gezellig zijn.
Moeder is stil in de auto. Ze heeft slecht geslapen. Ze heeft het niet zo op nieuwe gezichten en de gebeurtenissen van de afgelopen tijd spookten vannacht door haar hoofd.
De jongen compenseert iedere stilte die valt. ' Kijk ik wel naar homevideo's? Had hij al verteld dat Bram zijn vriend is en Jeffrey stom?! Gisteren hebben ze pizza gegeten. En als het weer weekend is mag Patrick misschien komen logeren. Weet ik wel dat daar achter die bosjes een ijsbaan is? En he kijk eens! Een lesauto!
Hoe dichter we bij de stad komen hoe meer ik mijn best moet doen om niet heel hard te lachen. Er is zoveel te zien dat hij de eerste opmerking afmaakt met de tweede. Vooral stoplichten zijn een hoogtepunt. ' Die hebben we niet bij ons! ' Gewoon zitten op de achterbank lukt niet meer. Het is meer een soort van hippen geworden. Na 5 stoplichten, die gelukkig allemaal op rood staan, zijn we er.
Moeder wil wel even een sigaretje roken maar de jongen wil mee de parkeergarage in.
En op de knop van de automatische deur drukken.
En met de lift.
En door de draaideur.
Op de poli lijkt het wel of mijn drukke ADHD-er op de stoep is achtergebleven. Er is een jochie voor teruggekomen met een bleek koppie in een veel te grote jas. Hij vermijdt al het oogcontact. Bij elke vraag kijkt hij even naar moeder. ' de Mevrouwen ' moeten alle zeilen bij zetten om een gesprekje met hem te voeren. ' Weet niet' is een populair antwoord. Als de voormalig kletsmajoor wel antwoord geeft is het kort. ' Wat vind je leuk om te doen? Oh alles. Wat vind je lekker om te eten? Kip. Hoe gaat het op school? Goed. ' Gelukkig beschikken ' de Mevrouwen ' over allerlei gesprekstechnieken.
' Stel je juf geeft je vandaag je rapport mee naar huis. Hoe zou die er dan uit zien? ' De jongen kijkt weer even naar zijn moeder. Je ziet hem twijfelen. Dan gaat hij wat rechter in zijn jas zitten en antwoordt: ' Ik geloof.... wit! '